21 juni, 2009

Ontwikkeling van microkrediet

Microkrediet kan de economische groei en de werkgelegenheid in Europa bevorderen, zoals de Lissabonagenda voorschrijft. Dankzij microkrediet kunnen micro-ondernemingen en personen die de stap naar zelfstandig ondernemerschap wensen te zetten, maar geen toegang tot traditionele bankdiensten hebben, financiering vinden voor hun project. De Europese Unie presenteert een initiatief met vier onderdelen om de ontwikkeling van microkrediet in Europa te ontwikkelen.

MAATREGEL
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 13 november 2007: "Europees initiatief voor de ontwikkeling van microkrediet ter ondersteuning van groei en werkgelegenheid" [COM(2007) 708 definitief – Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING
In Europa is microkrediet (waaronder een lening van minder dan 25 000 euro wordt verstaan) bestemd voor micro-ondernemingen (ondernemingen die minder dan tien personen in dienst hebben) en kansarmen (werklozen of inactieven, mensen die van een uitkering leven, migranten enz.) die de stap naar zelfstandig ondernemerschap wensen te zetten, maar geen toegang tot traditionele bankdiensten hebben.

Microkrediet kan de overgang van werkloosheid naar zelfstandig ondernemerschap helpen bevorderen en geeft toegang tot financiering voor mensen die voor hun project geen financiering krijgen van de banken omdat zij onvoldoende garanties kunnen bieden. Zo kan microkrediet een grote bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid.

Hoewel microkrediet in de lidstaten van de Europese Unie (EU) sinds enkele jaren terrein wint, moet er nog veel worden ondernomen om het volledige potentieel van dit instrument te benutten.

De EU stelt bijgevolg een initiatief voor dat de markt van het microkrediet moet ontwikkelen. Het initiatief omvat vier onderdelen:


  1. een beter juridisch en institutioneel kader in de lidstaten;
  2. een nog beter ondernemingsklimaat;
  3. een betere verspreiding van beste praktijken, met name door opleiding;
  4. bijkomend financieel kapitaal verstrekken voor nieuwe en niet-bancaire microkredietinstellingen.

Eerste onderdeel: een beter juridisch en institutioneel kader in de lidstaten

Door het institutionele kader in de lidstaten kan microkrediet zich niet altijd goed ontwikkelen. In de nationale of Gemeenschapswetgeving wordt inderdaad gewoonlijk geen rekening gehouden met de specifieke kenmerken van microkrediet. De Commissie moedigt de lidstaten er dan ook toe aan de nodige maatregelen te nemen om een gunstiger juridisch, institutioneel en commercieel kader te creëren voor de ontwikkeling van microkrediet. In het licht daarvan stelt de Commissie de lidstaten met name voor onderstaande maatregelen te treffen:

een klimaat creëren waarin microkredietinstellingen (MKI's) zich kunnen ontwikkelen en alle segmenten van de clientèle worden bestreken. Aangezien de potentiële klanten talrijk en verscheiden zijn, moeten MKI's gemakkelijk toegang hebben tot financiële middelen om microkrediet te ontwikkelen. MKI's worden gefinancierd door subsidies en schenkingen, en eventueel door leningen van banken. Wanneer een klimaat wordt gecreëerd waarin MKI's zichtbaarder zijn, kan hen dat alleen maar tot voordeel strekken;

bijdragen tot de levensvatbaarheid van microkrediet door de plafondrente voor microkrediettransacties te versoepelen. In de lidstaten waar plafondrenten gelden, is het opportuun deze voldoende hoog vast te stellen zodat kredietinstellingen hun kosten kunnen dekken, en tegelijkertijd de economische en sociale gevolgen geregeld te evalueren, zodat de zekerheid van de kredietnemer niet wordt ondermijnd;

de exploitatiekosten door gunstige belastingregelingen drukken. Gunstiger belastingregelingen (belastingvrijstellingen, belastingverlagingen, subsidies) zijn van belang voor de ontwikkeling van het microkrediet;

nationale regelgeving en supervisie aan de specificiteit van microfinanciering aanpassen. MKI's vallen onder de prudentiële regels van de EU wanneer zij deposito's ontvangen. In dat geval zijn zij permanent aan supervisie onderworpen. Om het aanbod van microkrediet en de groei van MKI's die geen deposito's van klanten ontvangen niet af te remmen, is het van belang dat verdere regels en supervisie in verhouding staan tot de kosten die zij veroorzaken en de risico's die MKI's inhouden.

Tweede deel: een nog beter ondernemingsklimaat

Om de ontwikkeling van Europa in de richting van een op kennis, diensten en nieuwe technologie gebaseerde economie te stimuleren en een beter ondernemingsklimaat te creëren stelt de Commissie de lidstaten voor meer aandacht te hebben voor onderstaande factoren:

een beter institutioneel kader voor zelfstandigen en micro-ondernemingen. Een gelijke behandeling van zelfstandigen en werknemers is van essentieel belang. Er moet niettemin een voorlichtings- en bewustmakingscampagne voor het grote publiek worden georganiseerd om ervoor te zorgen dat het werk van zelfstandigen en micro-ondernemingen beter wordt erkend. Daarom moeten er maatregelen worden genomen om wettelijke, fiscale en administratieve drempels te verlagen: vrijstelling van socialezekerheidslasten, vereenvoudigde registratieprocedures, betere toegang tot meer en goedkopere afzetmarkten enz;

de kansen op succes van nieuwe micro-ondernemingen door opleiding, begeleiding en bedrijfsontwikkelingsdiensten vergroten. De complexe omgeving van micro-ondernemingen vereist een aanbod van bedrijfsontwikkelingsdiensten en vergt van de beginnende ondernemer tal van vaardigheden, die hij vaak niet kan aantonen. Opleiding en begeleiding van de jonge ondernemer zijn essentieel om de onderneming betere kansen op succes te geven.

Derde deel: een betere verspreiding van beste praktijken

Een betere verspreiding van beste praktijken voor MKI's is een belangrijk onderdeel van de maatregelen ten gunste van het microkrediet. De Commissie stelt dan ook voor een nieuwe instantie op te richten die technische bijstand en ondersteuning verleent voor de ontwikkeling van niet-bancaire MKI's in de lidstaten. Deze nieuwe instantie zou tot taak hebben:

een gedragscode voor MKI's op te stellen. Een dergelijke code zou een uitstekende manier zijn om het vertrouwen in MKI's te versterken en ethische regels en beste praktijken bij MKI's te verspreiden. De kwaliteit van een MKI zou bijgevolg worden geëvalueerd op basis van haar sociale en financiële prestaties en haar handelspraktijken;

een specifiek label voor microkrediet te creëren om de aandacht van EU-burgers te trekken. Een dergelijk label moet het mogelijk maken de goed presterende MKI's zichtbaarder te maken voor de investeringsfondsen voor microkrediet, het vertrouwen van de burgers in investeringsvehikels voor microfinanciering te versterken en nieuwe financiële middelen naar de sociaal en financieel best presterende MKI's te laten vloeien;

informatie te verstrekken over en bekendheid te geven aan dit initiatief;

brochures te publiceren en conferenties te organiseren;

technische handleidingen, gidsen en software aan te bieden om MKI's te helpen zich beste praktijken eigen te maken;

de toegang van MKI's tot financiering door de vrijmaking van financiële middelen te vergemakkelijken.

Vierde deel: bijkomend financieel kapitaal verstrekken voor nieuwe en niet-bancaire MKI's

De Commissie stelt voor binnen de Jeremie-afdeling van het EIF (Europees Investeringsfonds) een structuur te creëren die veelbelovende niet-bancaire MKI's technische en financiële ondersteuning biedt. Dat microfonds moet MKI's helpen selfsupporting te worden en bijdragen tot een uitbreiding van het aanbod van microkrediet in Europa en de ontwikkeling van de sector.

Context

Dit initiatief heeft tot doel de duurzame ontwikkeling van het microkrediet in de EU te bevorderen en sluit aan op de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, op het beleid ter stimulering van ondernemerschap en economisch initiatief, op het beleid ter bevordering van "flexizekerheid" en van de sociale integratie van kansarmen, en op het beleid tot ontwikkeling van menselijk kapitaal en tot hernieuwing van op vertrouwen gebaseerde sociale contacten.

Geen opmerkingen: