31 juli, 2007

Britten dit keer ’voorgoed’ weg uit Noord-Ierland


Vannacht om klokslag twaalf uur trekken de Britse soldaten zich terug uit Noord-Ierland. Het is het einde van een missie die 38 jaar duurde en 763 soldaten het leven kostte.
Het is 14 augustus in de namiddag als de premier van Noord-Ierland, James Chichester-Clarke, ten einde raad zijn Britse collega, Harold Wilson, om hulp vraagt. Na een jaar van groeiende onrust is de situatie in het noordelijke Derry uit de hand gelopen. Het zal de geschiedenis ingaan als de Battle of the Bogside, genoemd naar de nationalistische wijk net buiten de stadsmuren van Derry: in Bogside breken relletjes uit als de protestantse Apprentice Boys (leerlingen) langskomen met hun jaarlijkse mars ter herinnering aan een veldslag uit 1689.
De Noord-Ierse (meest protestantse) agenten van de Royal Ulster Constabulary trekken naar binnen om de rust te herstellen. Ze worden op de voet gevolgd door de protestantse loyalisten. Maar de Bogsiders weten hen te verjagen en al snel slaan de onrusten over naar andere delen van Noord-Ierland.
Op tal van plekken worden de katholieken uit hun huizen verdreven.
Londen geeft gehoor aan de oproep en voor het eerst in bijna vijftig jaar, mengen Britse soldaten zich in de strijd. Het regiment van de Prins van Wales wordt ingezet, met de uitdrukkelijke opdracht de agenten te ontzetten, maar niet de barricades aan te pakken en Bogside binnen te trekken. Dat was in de zomer van 1969.
Vanavond om middernacht trekken de Britse troepen weer weg uit de straten van Noord-Ierland. Na 38 jaar, waarin meer dan 300.000 manschappen in Noord-Ierland dienden, en waarin 763 Britse soldaten zijn gedood, komt Operation Banner ten einde. Een garnizoen van 5000 manschappen blijft nog achter, maar de verantwoordelijkheid voor de orde en veiligheid is weer in handen van de lokale politie – net als voor 1969.
Aanvankelijk waren de Britse troepen nog verwelkomd als een neutrale macht. Maar een groepje katholieke nationalistische militanten verzette zich met geweld tegen de Britse aanwezigheid. De Troubles, de problemen, zoals een beetje onderkoeld de daaropvolgende dertig jaar van vaak bloedige strijd wordt genoemd, waren begonnen, waarbij het Britse leger meer en meer doelwit werd. De dieptepunten zijn bekend, zoals Bloody Sunday (begin 1972) als Britse soldaten dertien mensen doodschieten en duizenden zich aanmelden voor het Ira. In dat jaar is het aantal Britse soldaten in Noord-Ierland al opgelopen tot 27.000.
In dat jaar ook wordt het parlement in Belfast ontbonden en Noord-Ierland weer direct vanuit Londen bestuurd.
Pas twintig jaar later volgt een eerste politieke doorbraak als Londen de Noord-Ieren toezegt dat zij hun lot mogen bepalen, en het Ira een bestand afkondigt. Daarvan zullen er nog vele volgen, met al even vele schendingen.
Dit voorjaar komt het zelfbestuur er dan eindelijk echt, gebaseerd op een verdrag uit 1998 tussen Groot-Brittannië en Ierland, en Noord-Ierse protestanten en katholieken (de zogeheten Goede Vrijdag-akkoorden). Het betekent het einde van meer dan dertig jaar geweld dat ruim 3000 mensenlevens kostte.
Het vertrek van de Britse troepen vanavond om middernacht (een uur onze tijd) is dan ook een symbolische mijlpaal: het Britse leger sluit zijn rol in Noord-Ierland, zijn langste militaire operatie in de geschiedenis, af.

Geen opmerkingen: