06 juli, 2007

I rest my case

Samenvatting en conclusie:
De arbeidsmarkt voor oudere werknemers is uit balans: in 2006 werkt 58 procent van de mensen tussen de 55 en 64 jaar niet, voor de groep tussen de 60 en 64 jaar is dat percentage bijna 80 procent.
Zodra men werkloos wordt als oudere werknemer is de kans klein dat men weer de weg terugvindt naar betaald werk. Zelfs een opgaande conjunctuur hoeft geen heil te brengen voor oudere werknemers: oudere werklozen profiteren vooralsnog minder van een opgaande conjunctuur dan jongere werklozen.
Om het inzicht te vergroten in de positie van ouderen op de arbeidsmarkt is in opdracht van het ministerie van Economisch Zaken een onderzoek uitgevoerd door het NIDI in samenwerking met de Universiteit van Utrecht. Daarbij is het vizier vooral gericht op de vraagkant van de arbeidsmarkt: hoe denkt de werkgever over de werving en behoud van oudere werknemers en welke initiatieven worden genomen of overwogen om de kansen van ouderen te vergroten.
Om zicht te krijgen op de gangbare praktijk op de werkvloer is geput uit verschillende gegevensbronnen. Ten eerste is gebruik gemaakt van een grootschalig onderzoek onder ruim 600 Nederlandse werkgevers dat is uitgevoerd in 2005. Het onderzoek omvat zowel organisaties in de marktsector als in de publieke sector. Ten tweede zijn in het voorjaar van 2007 gegevens verzameld bij een representatieve groep van 900 werknemers in alle leeftijdsgroepen in Nederland. Ten slotte zijn medio april 2007 een viertal focusgroepbijeenkomsten gehouden met werkgevers waarin meer in detail werd ingegaan op de positie van oudere werknemers binnen organisaties.

Geen opmerkingen: