21 juni, 2007

Een kwestie van afwegen


Caldic-directeur Lieven Braber geeft verplaatsing van zijn bedrijf geen grote kans van slagen. "Als je het al van plan bent, dan kun je beter en goedkoper complete nieuwbouw plegen. Hier de hele installatie optillen en vijf kilometer verderop neerzetten is geen optie.".

Braber reageert op de plannen van de gemeente Moerdijk die Caldic bovenaan haar lijstje heeft staan van te verplaatsen bedrijven als compensatie voor het logistieke park. Braber zal zich constructief opstellen bij de onderhandelingen. "Caldic is een privébedrijf. Voor overleg zal de gemeente niet bij mij, maar bij eigenaar Van Caldenborgh aan moeten kloppen."

Voor de bijna zeventig personeelsleden een prettige, groene werkomgeving, voor de gemeente zijn de opstallen een steen des aanstoots. Om milieuwinst te halen in ruil voor het inleveren van poldergrond voor een logistiek park, wil Moerdijk een aantal bedrijven uitplaatsen. Caldic voorop. Braber heeft niet het gevoel op de schopstoel te zitten. "Tussen neus en lippen door is me wel eens gevraagd of wij hier niet weg willen. Het echte overleg daarover moet nog beginnen. Ik ben er niet zo mee bezig. Er ligt nu een plan, de financiële onderbouwing ontbreekt nog." Gevoelsmatig denkt de managing director dat het niets oplevert. "Ik zou naar een ingenieursbureau kunnen stappen en laten berekenen wat het kost. Dat kan vijftig miljoen zijn, misschien honderd. Het is de vraag of eigenaar Van Caldenborgh bereid is te investeren in nieuwbouw. "Want verplaatsen getuigt niet van realiteitszin. Braber illustreert dat met een korte rondleiding langs de ingewikkelde machinerie en de ongeveer zeventig opslagtanks. "Dat doe je niet even met een verhuiswagen. Ons bedrijf zou een half jaar stil komen te liggen en dat kan niet."Het bedrijf heeft wereldwijd twintig vestigingen, vooral in de handel en distributie van chemicaliën. Caldic Zevenbergen is een productiebedrijf dat sinds 1999 valt onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO). "Toen zijn we begonnen met een formaldehyde-fabriek. Daarbij wordt een geringe hoeveelheid van de brandbare stof methanol gebruikt. Methanol is een categorie 2-stof. Alleen bij langdurige blootstelling kan dat gevaar opleveren. Het is een kleine activiteit, slechts tien procent van alle processen. Sinds we BRZO-bedrijf zijn moeten we wel aan veel strengere eisen voldoen."Dat het bedrijf in het verleden weleens door de provincie Noord-Brabant op het matje werd geroepen, had volgens Braber vooral administratieve redenen. "Wij moeten precies dezelfde maatregelen nemen als Shell die er een twintig man sterke milieu-afdeling op nahoudt. Maar we hebben nooit een boete gehad. We doen wat we kunnen doen, maar het blijft mensenwerk. Je kunt nog zulke mooie beveiligingssystemen bedenken, als er geen mensenogen op toezien kan het nog fout lopen.
"Naast de formaldehydeproductie houdt het chemische bedrijf zich met drie andere activiteiten bezig: destillatieprocessen, het formuleren van antivries en een vat- en afvalafdeling. "Maar we zijn stand alone, dat wil zeggen: voor veel van onze klanten zijn wij de enige partner. Andere vestigingen kunnen onze taken niet overpakken. Dat verklaart waarom we niet even de boel op slot kunnen gooien. "Caldic is op de Schansdijk terecht gekomen toen Van Caldenborgh het eveneens chemische bedrijf Wigleven opkocht. Deze vroegere vetfabriek maakte begin jaren zeventig hetzelfde mee. Het bedrijf was een sta-in-de-weg geworden aan de Zevenbergse Huizersdijk - in de volksmond de Vetkaai genoemd - en kwam aan de Schansdijk terecht. Daar bouwde Wigleven de tanks gewoon op het zand, milieugroeperingen zaten toen nog niet op het vinkentouw. Braber: "Nu zijn dat allemaal vloeistofdichte vloeren met containments eromheen. Rond het hele bedrijf ligt een een scherm, waar alle water wordt opgepompt. Maar overal waar oude chemiebedrijven begonnen zijn, heb je met vervuilde grond te maken. Ook hier."Het is een volgend nadeel van het eventueel vrijkomende Caldic-terrein. "Dat gaat gepaard met een grondige bodemsanering. Als je de natuur haar werk laat doen, wordt het na verloop van tijd vanzelf wel schoon. Maar als het snel moet gebeuren, kost het opnieuw veel geld. "Tot nu toe ziet directeur Braber dus geen heil in een verhuizing. "Dichterbij Shell Moerdijk kruipen maakt geen verschil. Shell is een klant van ons, maar enige synergie zie ik niet ontstaan. Technologisch in elk geval niet, we hebben allebei onze specifieke processen en kennis. Hooguit zou je afspraken kunnen maken over een gezamenlijke inzet van de bedrijfsbrandweer van Shell. "Zitten er helemaal geen gunstige voorwaarden aan de sprong naar industrieterrein Moerdijk? Braber weet er wel een paar. "Ongeveer de helft van mijn mensen woont in Zevenbergen, die fietsend naar het bedrijf komen. Dat kunnen ze ook op Moerdijk. En als je een nieuw bedrijf bouwt, haal je wel meteen de fouten eruit."
Wim van den Broek/BNdeStem

Geen opmerkingen: