08 oktober, 2009

Aardappel (de realiteit van wekelijks JJ hockey)

‘Ik doe het altijd zo.'

De trui van onbestemde kleur hing als een zak over de bierbuik. De zware wenkbrauwen werden gefronst, de blik ging op geringschattend en de stem kleurde zich op een manier die de nekharen onmiddellijk overeind deed staan.
Dit was hem dus.
De koude aardappel en zijn aardappelzak.
De ultieme hockeybal.

‘Ik doe het altijd zo.'
Hij herhaalde het zinnetje in een gesprekje van drie minuten een keer of tien. Het maakte duidelijk dat elke poging tot het stroomlijnen van de arbitrage bij een wedstrijd van negenjarigen tot mislukken was gedoemd. Als hij wat zag, dan zou hij fluiten, ongeacht de plek op het veld. Dat we het dan geregeld oneens zouden zijn, nou, daar kon hij zich helemaal niks bij voorstellen. Hockey was volgens hem verschrikkelijk simpel. Dat elke scheidsrechterscursus sprak van een verdeling van het veld door de arbiters? Hij kon het niet geloven. ‘Zulke onzin bedenk je toch niet.'

‘Ik doe het altijd zo.'
Het waren zijn laatste woorden voordat we aan de wedstrijd begonnen. Binnen vijf minuten keek een groep negenjarigen stomverbaasd naar twee volwassen mannen die het met elkaar oneens waren. Hij had een compleet andere visie op een moment dat zich twee meter voor ‘mijn' doel afspeelde. Hij vond het de normaalste zaak van de wereld dat hij daarvoor had gefloten. Hij keek niet begrijpend, op de opmerking dat hij kinderen van deze leeftijd hiermee het bos instuurde.

‘Ik doe het altijd zo.'
Een gesprekje in de rust wierp geen nieuw licht op de zaak. Vriendelijk doch dringend werd hem verzocht zich aan te passen. Hij haalde de schouders op. Hij was te gast bij Kampong, het was op zijn minst aardig als hij zich dat zou realiseren. Hij keek wel, maar hij luisterde niet.

‘Ik doe het altijd zo.'
De aardappel had gesproken.
Voor het laatst.
Hij gaf de fluit aan een andere vader.
Deed hij dat maar altijd.

Dit is de drieëntwintigste column van Marc Hoeben. Hij heeft twee hockeyende dochters, van 9 en 12 jaar, bij het Utrechtse Kampong. Marc werkt als adjunct-hoofdredacteur bij Sportweek.

Geen opmerkingen: