23 december, 2009

ZZP'ers krijgen niet altijd uitkering bij gemeente

Ondernemers in financiële problemen kunnen bij de gemeente een uitkering aanvragen. Maar de toekenning verloopt niet altijd even soepel. “Sommige gemeenten zeggen gewoon: daar doen wij niet aan.”

Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ) geeft iedere ondernemer met financiële problemen, dus ook zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers), recht op een uitkering.

De regeling is in het leven geroepen door het Rijk, maar wordt uitgevoerd door de gemeenten. En dat zorgt volgens directeur Johan Marrink van belangenorganisatie ZZP Nederland in de praktijk voor grote verschillen.

Eigen inzicht
“Omdat de centrale overheid weinig zegt over de uitvoering, gaan gemeenten naar eigen inzicht met het BBZ aan de slag. Grote gemeenten hebben het vaak wel goed voor elkaar, maar kleine gemeenten niet. Sommigen zeggen gewoon: ‘Daar doen wij niet aan’. Onbegrijpelijk. Want ze moeten het gewoon doen”, legt Marrink uit. Om de uitvoeringsverschillen te beperken, zou het Rijk volgens Marrink duidelijke richtlijnen op moeten stellen.

VNG
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) erkent dat kleine gemeenten over minder kennis van de regeling beschikken. “Zij hebben veel minder te maken met de uitvoering van de BBZ. Maar het blijft een taak die zij moeten uitvoeren”, reageert een woordvoerder.

De beoordelingsverschillen bij gemeenten hangen volgens de VNG samen met de lokale economische omstandigheden. Bovendien laten gemeenten bij het beoordelen van de ondernemingsplannen meewegen wat voor een sectoren zij binnen hun grenzen willen hebben. “Een winkel in tweedehands kleding kan in de ene gemeente heel goed passen, maar in de andere geen enkele kans maken.”

In 2008 is volgens het ministerie van Sociale Zaken 70 miljoen euro aan het BBZ uitgegeven. Voor 2009 houdt het ministerie rekening met een budget van 80 miljoen euro.

Opeten huis niet nodig
Ondernemers in de problemen kunnen met een beroep op het BBZ bij de sociale dienst van de gemeente een uitkering aanvragen. Zij ontvangen die tot dat zij weer hun eigen geld kunnen verdienen. De uitkering duurt maximaal 12 maanden en bestaat in eerste instantie uit een renteloze lening. De periode kan worden verlengd tot 24 maanden. Of en welk deel van de uitkering moet worden terugbetaald, wordt door de gemeente bepaald.

Er kan alleen een beroep op de uitkering worden gedaan als het eigen vermogen niet hoger is dan 171.326 euro. Hierbij wordt het eigen huis niet meegeteld. Het eigen huis hoeft dus niet te worden ‘opgegeten’ om voor de steunmaatregel in aanmerking te komen. Wel wordt het vermogen van eventuele zakenpartners meegerekend. Is het eigen vermogen lager dan 40.768 euro of minder dan 30 procent van het totaal, dan is het mogelijk om een bijstandsuitkering aan te vragen. Deze uitkering hoeft niet terugbetaald te worden.

De uitkering van het BBZ is volgens Marrink niet populair bij ondernemers. “Zij hebben toch een bepaalde trots. En daar stappen ze maar moeilijk overheen.”

Lening en microfinanciering
De rentedragende lening van het BBZ bedraagt maximaal 178.019 euro en moet in de eigen onderneming worden gestoken. De lening moet binnen tien jaar terug worden betaald. Belangrijke voorwaarde is dat het bedrijf wel levensvatbaar moet zijn. Volgens Marrink van ZZP Nederland lopen in de praktijk de beoordelingen nogal uiteen. “Ambtenaren maken de beoordeling. En bij de ene gemeente wordt er heel anders tegenaan gekeken dan bij de ander.”

Ondernemers die met een klein bedrag al geholpen zouden zijn en liever niet de drempel van de sociale dienst overgaan, kunnen bij de ministeries van Economische Zaken en Sociale Zaken een microfinanciering aanvragen. Na een intakegesprek waarin het bedrijfsplan wordt besproken en beoordeeld, wordt een krediet verstrekt van maximaal 35.000 euro. Daarna volgt ook een coachingstraject waarbij de ondernemer wordt geholpen bij het uitwerken van zijn bedrijfsplan.

Faillissement en schuldhulpverlening
Zijn de geldproblemen echt niet meer op te lossen, dan moet een faillissement worden aangevraagd. Daarna volgt een schuldsanering. Deze route raadt Marrink ten zeerste af. “Je zit een paar jaar echt helemaal aan de grond. Zelfs een bankrekening openen wordt dan moeilijk.” De directeur van ZZP Nederland raadt ondernemers daarom aan het niet zover te laten komen. “Op basis van het BBZ heb je recht op financiële ondersteuning van de overheid. Maak daar dan ook gebruik van.”

Als gevolg van de crisis hebben volgens Marrink ZZP’ers in de bouw en de ICT het erg moeilijk. “De tarieven staan in deze sectoren behoorlijk onder druk.” Maar in andere bedrijfstakken, bijvoorbeeld consultancy, is er volgens de directeur van ZZP Nederland juist volop werk. “Interimmers hebben het juist heel druk. Zij moeten de ene na de andere onderneming reorganiseren.”
(bron Z24)

Geen opmerkingen: