29 juli, 2008

Hockeyschoffies gezocht


Aardige jongens zijn het, de Nederlandse hockeyinternationals. Type ideale schoonzoon (of Schoondochter) . Maar tijdens de olympische Spelen heeft Oranje vooral 'schoffies' nodig. De hoogste tijd voor Sportweeks korte cursus 'hockeyschoffie voor beginners'.

STAP 1: FIT. FITTER. FITST
Piepkuikens. Zo noemde interim-bondscoach Terry Walsh vier jaar geleden de Nederlandse hockeyers tijdens de Spelen van Athene. 'Nederland heeft fantastische hockeyers maar geen killers', oordeelde de Australiër. Zijn opvolger, Roelant Oltmans, joeg ze het krachthonk in. Wie niet mee kon of wilde, viel af. Bijna vier jaar verder zijn het voornamelijk de bekende namen die de schifting hebben overleefd. Een enkele uitzondering (Jeroen Hertzberger van Rotterdam) daargelaten.
“Het is een feit dat een aantal verenigingen een andere visie op topsport heeft,” zegt cursusleider Hans Streeder, assistent van Oltmans en volgend seizoen werkzaam in Rotterdam. “Niet elke club wil of kan mee in de ontwikkeling van de sport. Maar men zal wel moeten. Internationals doen kennis op bij de nationale ploeg, keren terug bij de club en zeggen: 'Als hier niets verandert, ben ik weg'. Logisch. Die jongens willen niet meer buiten de boot vallen bij de nationale ploeg.”
"Ik snap heel goed dat je als bond en club mee moet in de ontwikkelingen van de sport,” waarschuwt sidekick Jacques Brinkman, voormalig recordinternational en nu trainer bij de vrouwen van Laren. “Toch moeten we niet proberen kopieën te worden van die bodybuilders uit Australië. In mijn tijd moesten we ineens heel veel gaan zaalhockeyen. Dat deed Duitsland namelijk ook. Nu moeten we ineens Australië nadoen."
“Weet je wat Tommie van 't Hek altijd zei over krachttraining?” zegt gastdocent Ties Kruize, commissaris tophockey van de KNHB en voormalig hockeyfenomeen. “Een perfecte manier om te leren nog harder naast het doel te slaan'. Fitter worden, ja, maar we moeten vooral niet doorslaan. Vergeet niet dat Nederland technische hockeyers heeft voortgebracht. Laat dat vooral zo blijven.”

STAP 2: WEES EEN KLERELEIJER
Tijdens de oefentrip met het Nederlands elftal onlangs in Beijing werd Constantijn Jonker tegen China de bal afhandig gemaakt na een elleboog midden in zijn gezicht. Dergelijke acties wil de technische staf van Nederland niet terugzien bij hun internationals. Maar iets minder terughoudendheid tijdens de duels zou niet gek zijn. “Vooral in de cirkel gaan tegenstanders voor God en vaderland," zegt Streeder. “Wij niet. Tijdens de Spelen krijgen we te maken met slopers, gericht op het uitschakelen van de tegenstander. Te vaak reageren wij nog met: 'Shit, wat gebeurt hier?' We zijn te voorzichtig, niet honds genoeg. We hebben weinig echte schoffies in de groep. Pas zei ik het nog tegen Roderick Weusthof: 'In de cirkel moet je een klerelijer zijn, ook als er een gozer voor je staat'. Weusthof wil toch scoren? Die gast heeft dan een probleem. Aan hem de keuze of hij op zijn plek blijft staan."


STAP 3: KOM MAAR OP MET DIE BAL
Happen naar Peijnenburg. Zo noemt Streeder het als er een bal in de cirkel van Nederland wordt geslagen. “Vervolgens beginnen veel van onze jongens verrassend veel reclame te maken voor een ontbijtkoek," zegt hij. “Ze springen op. Dat zal een Australiër niet snel doen. Hij blijft staan: 'Kom maar op met die bal'. Dat moeten wij ook vaker uitstralen. Vertrouw op elkaar en je eigen reactiesnelheid. Het heeft met organisatie te maken, maar vooral ook met guts: 'Wie durft het langst te blijven staan?"
“Weet je wat nog beter is?” zegt Jacques Brinkman. “Afschaffen! Het wordt steeds gekker: twintig man in de cirkel en rammen maar. Le-vens-ge-vaar-lijk. Dat gaat een keer verkeerd."
"Vanuit de wereldbond is men bezig om die regel aan te passen," zegt Kruize. “Door bijvoorbeeld te zeggen dat een vrije bal niet in een keer de cirkel in mag worden geslagen. Er moet eerst een keer over worden gespeeld. Terecht. Je houdt soms je hart vast."

Door Rim Voorhaar

Geen opmerkingen: